We zijn inmiddels een week verder, maar op 27 oktober 2012 heb ik mijn eerste duatlonseizoen afgesloten. En wel zeer succesvol: ik heb de wedstrijd gewonnen!
Van te voren dichtte ik mijzelf al wel podiumkansen toe. De wedstrijd is ‘slechts’ een bij-onderdeel, naast de wintertriatlon (WT), dus het deelnemersveld is niet ontzettend groot en de toppers zullen naar verwachting hier niet aan de start verschijnen. Desalniettemin moet je nog steeds wel al je tegenstanders verslaan en daar had ik ook de wedstrijdindeling in mijn voordeel. Deze wedstrijd is namelijk letterlijk de wintertriatlon zonder het afsluitende schaatsonderdeel. Lopen-fietsen dus en niet ook nog een tweede run. Ideaal voor mij omdat ik op het lopen meestal niet voorin zit, maar op de fiets veel goed kan maken.
De start van de WT is altijd vroeg, om 9:15. Dit jaar is het ook nog eens echt koud. Het is na 2x Assen en 1x Groningen de vierde WT waar ik aan de start sta en meestal was het zo’n 8 tot 12 graden Celsius. Niet vandaag. Krap 1 graad Celsius geeft de weer-app aan. Wel droog en zonnig, prima omstandigheden dus eigenlijk want op kou kun je je kleden en in de race krijg je het vanzelf warm. Ik start in mijn knalrode Tjas-schaatspak met daaronder een thermoshirtje en bij de fiets liggen voor de zekerheid nog handschoenen klaar. Twee onderdelen dus deze wedstrijd en het lastigste, het lopen, gaat redelijk goed. Niet zo soepel als drie weken eerder bij de duatlon Assen, maar ik hou me voor niks te sparen en kom ruim onder de 21 minuten de wisselzone binnen. Hier doe ik naast het gebruikelijke ritueel toch ook maar de handschoenen aan, ik heb geen zin in gevoelloze vingers onderweg. Direct achter het sportpark ligt er gelijk een flink stuk klinkerstraat in het parcours. Niet onbekend, maar voordat ik kan ingrijpen slaat daar het noodlot toe: m’n mooie aero-bidon stuitert van de fiets. In een fractie van een seconde maak ik de overweging tussen stoppen en doorrijden en besluit te stoppen: ik heb drinken nodig onderweg. Om kramp te voorkomen en om het gelletje wat op de bovenbuis van m’n tijdritmonster getaped zit goed op te nemen. Dus ik stop, keer om, gebaar aan achterop komende fietsers dat ik blijf staan en waar ze bij me langs kunnen. Daarna kan ik de bidon pakken, 3/4 leeg.. De dop ligt verderop en als ik die kant op beweeg, rijdt er een deelnemer overheen en schiet de dop aan de overkant van de weg in de berm. Dan maar zonder, die haal ik na de wedstrijd wel op. Al met al zal ik zeker een halve minuut hebben verloren. De wedstrijd verloopt verder gelukkig zonder incidenten. Iemand stelt nog voor een stuk kop-over-kop te fietsen, maar met de jury telkens in de buurt ga ik hem na 200m definitief voorbij. De man haakt toch nog een paar keer aan in mijn wiel, om een aantal kilometer verderop me toch echt te moeten laten gaan. Vervolgens is het ongeacht klinkerweg en haarspeldbocht doorstomen tot de finish. Dat is de ingang van het parc fermée. Van iedere deelnemer die ik inhaal lees ik het startnummer. Geen enkele doet aan de duatlon mee. Ik heb geen flauw idee waar op het parcours de tegenstanders zich bevinden. Bijna bij de wisselzone aangekomen word ik omgeroepen als ‘een van de eerste van de duatlon’. Nog weet ik niks. Door blijven gaan dus. Pas in het parc fermée, na de finish dus, hou ik in en hijg ik even uit. Als ik vervolgens doorloop naar het rek waar de duatleten de fiets mogen ophangen en dat rek nog helemaal leeg is, maakt een mooi gevoel zich van mij meester: ik heb gewonnen.
Wat een geweldige afsluiter van een tof seizoen. Volgend jaar ga ik door. Harder, sneller, verder. De plannen zijn al in de maak.