Een wedstrijdje op vrijdagavond. Dat is weer eens wat anders. Optimaal is ook wat anders, voor iemand met een 40-urige werkweek. Zeker als het ook nog flink regent voor de race en bij aanvang, in tegenstelling tot de voorspellingen de dag ervoor. Dat zijn in een notendop de omstandigheden van de run bike run Wageningen, afgelopen vrijdag.
De voorbereiding was vanwege die omstandigheden matig. Eigenlijk was er geen voorbereiding, behalve inchecken, fiets klaarzetten en honderd meter inlopen door de stromende regen. Na de start kan er dan ook maar één ding gebeuren: te hard weg. Een kleine wedstrijd, met dito deelnemersveld, en als dan de eerste honderd meter verrassend goed voelt, wil je niet teveel toegeven op de wegsprintende kopgroep. Echter ook in een kleine wedstrijd zijn altijd wel een aantal snelle lopers en dus mag ik de snelle start vanaf meter 500 tot aan 5000 bekopen met een zware tocht. Daarna een zeiknatte fiets en nog nattere weg op. Misschien heb ik het zelf ook wel uitgelokt door een badmuts over m’n fietshelm te trekken. Al is dat in het kader van aerodynamica en heeft het verder niks met water te maken. Je moet wat als Giro de levering van je bestelde Air Attack Shield uitstelt tot het eind van de maand.. Het klinkt wel leuk, de regen op het opgespannen polyester: ploink, ploink, ploink.
Het fietsparcours kent een relatief lang aanloopstuk met een aantal haakse bochten daarin en vervolgens drie rondes, of eigenlijk rechthoeken. De weg is niet erg breed wat de vele bochten maakt tot krappe bochten. Ondanks dat ik weet dat ik met deze combi van fiets en banden (Conti GP4000) ook snoeihard door een bocht met nat wegdek kan op een bekend rondje zoals dat van Aduard bij Groningen, rij ik hier toch maar op safe door de bochten. En dan nog vlieg ik overal en nergens mededeelnemers voorbij. Het blijft lekker 🙂 En smerig dus. Met dat natte wegdek.
De tweede run gaat weer eens een stuk beter dan de eerste. Geen krampen dit keer. Alleen krijg ik m’n schoenen haast niet aan omdat sokken en schoenen doorweekt zijn. Na een paar honderd meter vind ik een lekker en vlot tempo, gemiddeld zelfs sneller dan dat in de eerste run, en het lukt me dat vol te houden tot de finishlijn. Met 1:04.02 ben ik, ondanks de tegenvallende eerste run, dik tevreden. Het fietsen was hier slechts ongeveer 19km, maar deze wedstrijd met deze tijd geeft wel aan dat het in kleine stapjes nog steeds vooruit gaat en vooral dat ook de limiet nog zeker niet is bereikt.
Next up: afhankelijk van weer en benen de Vadesto tijdrit donderdag 23 mei en in elk geval de Stationloop van Ommen naar Dalfsen op 29 mei.
En oh ja, vandaag liep ik voor het eerst ruim 18km waarvan de tweede helft veel gemakkelijker ging dan de eerste. Dat gaat mooi op weg zo richting de halve marathon van Zwolle komende 8 juni.