Ja, snelheid is te koop in de race tegen de klok. Dat is bekend. En het is prettig om een fiets te rijden die er ook nog eens geweldig uitziet. Zeker. Maar om dat nu als redenen te nemen maar gelijk 5000 euro of nog meer uit te geven aan een tijdritfiets ‘voor erbij’. Gesteund door mijn beperkte studentenbudget, maar wel gegrepen door het tijdritvirus, ben ik het project ‘low-budget tijdritfiets’ gestart om te kijken hoe ver je kan komen. Of eigenlijk hoe hard je kan gaan, zonder gelijk een volledig maandsalaris te hoeven neertellen.
In het afgelopen decennium zijn zowel triatlon als tijdrijden enorm in populariteit gestegen als sport of tak van sport voor de fanatieke amateursporter. Eerder was de financieel redelijk hoge instap voor al het extra materiaal een drempel hiervoor te kiezen. Tegenwoordig lijkt iedere Jan Modaal niet met minder te willen starten dan de mooiste Felt of Cervélo. Ook als men maar een enkele tijdrit per jaar rijdt of zelfs net komt kijken of deze tak van het wielrennen echt wat voor hem of haar is, wordt niet geschroomd een paar duizend euro uit te geven aan een luxe tijdritfiets. Een rare situatie vind ik dat. Als je voor het eerst een auto koopt, is dat doorgaans ook niet gelijk een Jaguar of Porsche.
Wanneer je voor het eerst een tijdrit gaat rijden, georganiseerd door de lokale wielervereniging of zoals in mijn geval door de schaatsvereniging, is de eerste stap naar een meer aerodynamische houding een ligstuur. Die zijn er in vele soorten en maten en ze zijn simpel op het stuur van je koers- of trainingsfiets te monteren. Natuurlijk zit je dan nog niet zo perfect op de fiets als Fabian Cancellara, maar de eerste stap is gezet. Naar gelang je fanatieker wordt, kun je ook meer aanpassingen doen aan je fiets. Zo was ik op een gegeven moment voor iedere tijdrit niet alleen een ligstuurtje aan het monteren, maar verving ik de stuurpen voor een negatieve stuurpen, de zadelpen met setback voor een zonder en schoof ik het zadel nog een eind naar voren. Alles om maar dieper en beter boven de extensions te liggen, aerodynamischer dus. En de volgende dag werd de fiets weer teruggebouwd want dan moest er weer getraind of getoerd worden.
Inventarisatie
Na een jaar vond ik het mooi geweest. Zelf wat sleutelen aan de fiets is leuk, maar met soms haast wekelijks je fiets ombouwen, was voor mij de lol er wel af. Geïnspireerd door een clubgenoot die zelf veel sleutelt aan z’n racefietsen en zo materiaal had verzameld waar hij een tijdritfiets van bouwde, besloot ik het project ‘low-budget tijdritfiets’ te starten. Want om gelijk honderden of zelfs duizenden euro’s uit te geven voor een beginnende hobby is niet rationeel en liet mijn portemonnee als student ook zeker niet toen. Daarom eerst maar eens inventariseren wat er al beschikbaar is en dus niet meer hoeft worden aangeschaft. Dat betrof een ligstuur, een tijdritzadel wat ik een maand eerder had overgenomen van een clubgenoot en een discwheel. Toch drie belangrijke onderdelen voor een tijdritfiets. Nu vergt een discwheel vaak een fikse investering, je bent zo 500 euro verder voor een tweedehandsje, dus lekker low-budget dat project, zal je denken. Jazeker, want dit discwheel had ik de voorgaande herfst zelf gemaakt op basis van een simpel Easton Vista-achterwiel wat ik via Marktplaats op de kop tikte. Bij de lokale kunststofboer een paar mooie platen lichtgewicht kunststof gehaald (veel goedkoper dan in de bouwmarkt) en wat nijvere uurtjes en een tube Bison Poly Max (tip!) verder had ik een strak discwheel voor bij elkaar nog geen 60 euro. O.K., het is niet zo licht als een echte Zipp of FFWD, maar optisch en psychologisch doet het minstens zo goed z’n werk!
Zoektocht
Met dit materiaal beschikbaar concludeerde ik dat ik voldoende zou hebben aan een frame met een groep (remmen en schakelsysteem). Aangezien je toch maar op een fiets tegelijk kan rijden, was een geschikt voorwiel immers wel beschikbaar bij mijn trainingsfiets. De zoektocht kon beginnen. Met grote regelmaat ga je dan Marktplaats, Ebay en verschillende fietsgerelateerde fora afstruinen tot je op een interessant aanbod stuit. Het levert soms ook wat op door de aanbieder van een complete, maar iets te dure, fiets te mailen, uit te leggen wat je plan is en te vragen of hij ook bereidt is zijn fiets zonder wielset te verkopen. Uiteindelijk is het mij ook op die manier gelukt. Wil je een echt koopje doen, ga dan niet over een nacht ijs maar wees geduldig. Door het aanbod een tijdje in de gaten te houden leer je snel wat er zoal wordt aangeprezen en hoezeer de vraagprijzen uiteen lopen.
Omkatten
Dat koopje vinden is mij wel gelukt. Een full-carbon Giant TCR met Campagnolo Chorus-groep erop. Luxer dan mijn trainingsfiets! Maar deze is dan ook voor de prestatiemomenten. Heel bewust heb ik gezocht naar een geschikt koersframe en niet persé een tijdritframe. Het aanbod in koersframes is vele malen groter en daarmee ook gelijk gunstiger geprijsd. Wanneer je een frame kiest met iets kortere bovenbuis dan je trainingsfiets, voorkom je dat je straks te gestrekt en niet lekker boven je ligstuur ligt.
Het is bij een tweedehands fiets ook belangrijk op te letten dat je iets bruikbaars koopt. Een ketting is zo vervangen, maar tandwielen die gelijk vervangen moeten worden, maken het een stuk duurder. Daarnaast kan het bij een carbon frame of bij carbon onderdelen geen kwaad voor aankoop de lossing hiervan te controleren, heb ik ondervonden. Bijna was het project niet meer dan een ongewilde kostenpost geworden toen bleek dat de aluminium zadelpen muurvast in het carbon frame zat. Uiteindelijk heeft mij dat via een goed contact niet meer dan een aantal uren inspanning en een nieuwe zadelpen gekost, maar het had me ook het frame kunnen kosten.
De aanpassingen die ik vervolgens heb gedaan, zijn eigenlijk niet eens zo groot. Het kostte vooral wat tijd omdat ik voor het eerst rem- en versnellingskabels ging loshalen. Een gewone stuurbeugel is natuurlijk geen porem als je dan toch een toegewijd tijdritmonster aan het bouwen bent. Omdat ik gebruik wilde maken van de normale shifters die bij aanschaf op de fiets zaten, moest ik op zoek naar een passende base-bar met ‘klassieke’ omhoog lopende uiteinden om montage en functionaliteit van de shifters te garanderen. Gelukkig zijn dergelijke base-bars ook nog eens de goedkoopste.
Voor twee tientjes had ik zo’n gebogen aluminium buis. Niet extra licht of ogenschijnlijk bijzonder aerodynamisch, maar wel een budgettaire held want ten opzichte van de speciale rem- en schakelhendels voor tijdritsturen scheelt het zeker 150 euro.
Het was wel een lastig klusje om de kabels zo strak mogelijk vanuit de shifters over het stuur te laten lopen. De constructie van de shifters is zo dat de kabels eigenlijk naar voren steken op deze montagewijze. Door ze voorzichtig terug te buigen – let op dat er geen knik in komt – net langs het uiteinde van het stuur, kon ik ze alsnog langs het stuur leiden. Daarna nog even creatief zijn met de manier van stuurlint leggen rond de shifters en het resultaat zag er werkelijk stoer en snel uit.
Klaar is Kees
Ik heb veel positieve en verbaasde reacties ontvangen op de fiets. Op hoe ie eruit ziet, maar vooral ook wanneer men hoort dat ik het achterwiel zelf heb gemaakt en wat het totale project heeft gekost: 400 euro. Inclusief discwheel, ligstuur, nieuwe zadelpen en nieuwe pedalen. En of het ook snel is? Op de eerste tijdrit aan het begin van het seizoen reed ik, met nog nauwelijks trainingskilometers in de benen, net zo hard als op de laatste voor de winter. Voor mij was dat voldoende bewijs.
—-
Mijn fietshistorie tot aan dit project:
- 2008 februari – Mijn eerste racefiets: een 25 jaar oude Koga Miyata. Staal, 10 versnellingen aan de buis.
- 2008 mei – Voor het eerst in de Ardennen wezen fietsen (met de Koga) en daar verslaafd geraakt aan fietsen.
- 2008 juni – Mijn eerste tijdrit ooit, nog zonder ligstuur of andere toevoegingen. Uitslag: DNF. Ik miste een afslag.
- 2009 april – Eindelijk een moderne racefiets: Ridley Pegasus met 10-speed Campagnolo.
- 2009 oktober – Mijn eerste deelname aan een wintertriathlon, de WT Assen. Inclusief opzetstuur!
- 2010 maart – Tweede deelname wintertriathlon, de WT Groningen.
- 2010 april – Een hernieuwde kennismaking met de individuele tijdrit. 8,3km en 38,5km/h gemiddeld.
- 2010 – Dit seizoen nog 6 individuele en 2 koppeltijdritten gereden. Aan het begin van het seizoen het doel gesteld tenminste de 40km/h gemiddeld te halen.
- 2010 augustus – Plan opgevat om zelf een discwheel te maken.
- 2010 september – Clubkampioen tijdrijden bij de schaatsvereniging en tevens seizoensdoel gehaald: 40+ gemiddeld op een tijdrit (nog zonder disc!)
- 2010 oktober – 3e deelname aan een wintertriathlon, wederom Assen. De eerste tijdrit inclusief discwheel.
- 2011 maart – Start project budget tijdritfiets met de aanschaf van de Giant.
—-
Dit artikel is eind 2012 verschenen in Jerzy #1, een uniek magazine uitgegeven door ex pro-triatleet Jerzy Kasemier. Interesse? Hij heeft nog een aantal exemplaren beschikbaar.
Leuk verhaal, inspirerend!