Fietsen, wielrennen. Iedereen kan op een fiets zitten. Velen onder ons kunnen zelfs uren achtereen op de fiets zitten. Dat is genieten, zeker als je ook echt lekker op die fiets zit. Daarvoor kun je allerlei onderdelen aan je fiets afstellen. Net zo lang proberen tot het goed voelt. Je kan er ook een bekende naar laten kijken die er zegt verstand van te hebben en je kan een fietsmeting laten doen. De fiets wordt dan volledig afgesteld op jou, je houding, je afmetingen en je beweeglijkheid. Net als bij een maatpak met als doel dat het perfect zit en tegelijk de gewenste bewegingsvrijheid laat. De ervaring, zowel van de ‘fitters’ als van ervaren wielrenners die goed om zich heen kijken, leert dat dit voor veel mensen geen overbodige luxe is. Zelfs wanneer je voor je gevoel prima op de fiets zit, kan het soms beter. Het resultaat is dan efficiëntie; je fiets nog net zo hard, maar het kost je minder energie.
Dat gevoel van goed op de fiets zitten, is nu juist waar het wringt. Wat voelt goed en wat is goed? Theoretisch gezien zou dat misschien hetzelfde moeten zijn, er zijn niet voor niets allerlei studies gedaan naar hoe ‘men’ goed op de fiets zit. De verschillen en overeenkomsten tussen gevoel en theorie zijn de invalshoek voor dit stuk. Of eigenlijk het toepassen van de theorie (en praktijk) van een fietsmeting op het gevoel hoe ik op mijn tijdritfiets zit. Plaats van handeling is Steenbergen Fietsen in Zuidlaren. Zij gingen de uitdaging aan om samen uit te zoeken of iemand die voor zijn gevoel goed op de fiets zit en daar redelijk hard op kan fietsen, nog beter kan zitten op die fiets. De methode die Steenbergen toepast is Body Geometry Fit Integtration Technology (BG-Fit), welke door Specialized is ontwikkeld in samenwerking met dr. Andy Pruitt van het Boulder Centre for Sport Medicine.

BG Fit Voetmeting
Body Geometry Fit
Net zoals er meerdere fietsenmerken zijn en meerdere merken hagelslag, zijn er meerdere ‘merken’ fietsmeting. Naast de BG-Fit zijn er bijvoorbeeld Bikefitting.com, Body2Bike, Retül en nog wel een aantal. De afgelopen jaren zijn er heel wat methodes ontwikkeld of publiek geworden. In FIETS nr.4-2012 worden de methodes van negen aanbieders beschreven en met elkaar vergeleken. De resultaten blijken behoorlijk te verschillen en de adviezen lopen sterk uiteen. Die test ga ik niet overdoen. Mijn doel is te achterhalen of het op het oog en voor je gevoel ‘goed zitten’ op de fiets, overeenkomt met de meting, wat in dit geval de BG-Fit is. Wanneer de positie volgens de meting flink aangepast moet worden, wil ik daarbij natuurlijk ook weten of die nieuwe houding net zo fijn of wellicht zelf nog beter zit.
Een interessante bijkomstigheid, maar niet onbelangrijk voor deze fietsmeting, is dat mijn tijdritfiets eigenlijk gewoon een koersfiets is. Het frame koos ik een maatje kleiner dan gebruikelijk voor mij en vervolgens heb ik het afgemonteerd met een tijdritstuur en -zadel (meer over hoe ik daartoe kwam en dat heb uitgevoerd, lees je hier). Bikefitter Job laat zich daardoor niet van de wijs brengen en begint met een aantal vragen over mijn fietshistorie, gebruik en doelen. Daarna volgt een beweeglijkheidsonderzoek met allerlei oefeningen en bewegingen zoals je die vooral kent van de fysiotherapeut. Verder wordt via een daarvoor bestemd kussentje de afstand tussen je zitbotje gemeten en op een warmte gevoelige plaat wordt een weergave van je voetafdruk gemaakt. De eerste is input voor een zadeladvies, de tweede van belang voor je schoenen, eventuele zooltjes en de stand van je pedalen. Een ‘BG-fitter’ hoeft geen fysio te zijn, maar wel gediplomeerd door Specialized. Jos gaf me ook de indruk dat hij weet waar hij mee bezig is.
Bij mijn meting vallen een aantal dingen op. Zo kom ik met de rechtbeenlift, waarbij je op je plat rug liggend het gestrekte been zover mogelijk verticaal omhoog brengt, niet verder dan 55 graden. Dat is vrij stijf. Terwijl mijn heupflexibiliteit met 123 graden juist zeer flexibel is te noemen. “Vooral die heupflexibiliteit is van belang voor een diepe zit”, vertelt Jos. “Dat geldt zowel voor de houding op de tijdritfiets als op de reguliere racefiets.” De ideale tijdrithouding is volgens de theorieën van BG-Fit namelijk een naar voren gekantelde versie van de houding op de racefiets. Daardoor verandert wel de stand van de knie ten opzichte van het pedaal. Voor een fietsmeting op een tijdritfiets wordt daarom gebruik gemaakt van andere ‘ideale waarden’ dan voor de racefiets. Dat sluit ook aan op de aangepaste geometrie van een tijdritfiets. Een ander punt waar aandacht aan wordt geschonken is rompstabiliteit. Volgens Jos wordt dit door veel fietsers onderschat, voorheen zelfs door pro’s als Fabian Cancellara. De houding op de fiets is dan veel te stijf. Schouders worden naar elkaar toe gedrukt, ellebogen staan op slot. Een kortere stuurpen is dan niet de oplossing, zegt Jos. “Een wielrenner die vanwege een gebrek aan rompstabiliteit stijf op de fiets zit en dan op een mtb stapt, zal bij kuilen en hobbels nauwelijks uit het zadel komen. Die controle is er gewoon niet. Vervolgens is die fietser wel verbaasd dat het materiaal breekt”.
Materiaalperikelen
Die geometrie van fiets en zadel blijken even later de heikele punten in deze fietsmeting. De fiets staat inmiddels in de Tacx en ik heb even warmgetrapt. De volgende stap is het toepassen van de gemeten waarden uit het vooronderzoek op de afstelling van de fiets. Mijn zadel blijkt bijna 20mm omhoog te kunnen. Dat is gelijk ook het enige wat we kunnen doen. Het raceframe maakt het lastig de fiets zo af te stellen dat de voorgeschreven waarden worden gehaald. De combinatie met het ISM Adamo zadel doet daar nog eens een schepje bovenop. Het maakt het bijvoorbeeld onmogelijk de juiste horizontale afstand van knie tot crankarm te realiseren, zonder dat ik veel te gestrekt kom te zitten. 4 centimeter wordt bij BG-Fit als optimaal beschouwd. Mijn setup geeft 11 centimeter afstand van voorzijde knie tot voorzijde crankarm. Het zadel zou dus een flink stuk naar achter moeten, wat tot gevolg zou hebben dat ik niet meer mooi boven de pads van het ligstuur uitkom. Grootste boosdoener hierin is het verschil in zitbuishoek tussen een raceframe en een tijdritframe. Jos had nog weinig ervaring met ISM zadels en de informatie van Specialized repte überhaupt niet over bijvoorbeeld gewijzigde zadelposities bij een zadel als dit, waar de neus in feite is ingekort. Hierdoor zit de fietser ook niet vol op het zadel zoals gewoonlijk, maar slechts op de punten, waardoor de voorgeschreven overeenkomst tussen zitbotjes en zadelbreedte kant noch wal raakt. Over de verschillen van zadels met of zonder neus en andere variaties zijn de meningen nog altijd verdeeld. Het is wel interessant dat verscheidene merken, waaronder Specialized, inmiddels zelf ook een dergelijk zadel op de markt hebben gebracht. Het is te verwachten dat nu ook de BG-Fit gegevens hiermee worden aangevuld. Dat zou goede informatie kunnen geven voor het tweede deel van deze ‘test’.
Conclusie
Voor nu kunnen we helaas niet met zekerheid vaststellen of het mogelijk is op gevoel de perfecte setup te benaderen, noch of goed gevoel en theorie overeenkomen. De belangrijkste oorzaak hiervan is het raceframe waarop de tijdritfiets is gebaseerd. Het verschil in geometrie tussen een raceframe en een tijdritframe zorgt voor te grote afwijkingen van de ideaal geachte waarden. Dat is jammer. Want ondanks dat ik er wel lekker op rij, weet ik nu niet of dat ook optimaal is.
Wat betreft BG-Fit heb ik de indruk gekregen dat het een onderbouwde methode is. Ik zeg niet dat het de enige juiste of persé de beste methode is, het is niet het doel geweest dat te bepalen. Op de website van Specialized staat nog veel meer informatie en ook een paar leuke promofilmpjes, onder andere van triatleet Chris McCormack.
De University of California heeft een college van een uur op YouTube staan waarin fysiotherapeut en bikefitter Curtis Cramblett alle aspecten van biomechanical cycling bijlangs gaat en toelicht. Het hele spectrum van wat er belangrijk is om goed en lekker op je fiets te zitten, komt voorbij. Als je hier interesse in hebt, zeker een aanrader.
Gedurende de voorbereidingen is het doel wat bijgesteld. Doordat ik in de tussentijd de beschikking kreeg over een nieuw tijdritframe, hebben we bij de originele set-up vooral gekeken of en hoe ik de voorgeschreven houding op gevoel heb benaderd en wat de verschillen zouden zijn. In een tweede deel, als de nieuwe tijdritfiets is opgebouwd, wordt op basis van de meting die fiets zo goed mogelijk afgesteld en ga ik testen hoe goed dat voelt. Eigenlijk het omgekeerde proces van bij de eerste fiets en de juiste route bij een fietsmeting.